Roadtrip Stellenbosch to Johannesburg
Door: Anne van der Kolk
Blijf op de hoogte en volg Anne
18 Januari 2014 | Zuid-Afrika, Port Elizabeth
Ik had via een website een kamer geboekt voor een aantal dagen in Kaapstad, maar toen we daar aankwamen bleek deze kamer niet beschikbaar te zijn. Dus hebben we de eerste nacht op een gedeelde kamer geslapen, en de volgende nacht zijn we verhuisd naar een ander hostel die wel een 2-persoons kamer beschikbaar had. In totaal hebben we 4 nachten in Kaapstad geslapen. De eerste avond (vrijdag) hebben we lekker gegeten in Camps Bay, de hotspot voor iedereen die iemand is in Zuid-Afrika en de rest van de wereld. Ook is daar een heel mooi strand waar we voor het eten nog even op hebben gelegen. We zijn lekker vroeg gaan slapen want het plan was om zaterdagochtend de Tafelberg te gaan beklimmen. Er is een veelgebruikt wandelpad naar de ‘top’ van de Tafelberg waarbij de wandeling ongeveer 2,5 uur duurt. Door de warmte en mijn slechte conditie hebben we er uiteindelijk 3,5 uur over gedaan, maar we hebben wel genoten van het uitzicht en de wandeling zelf. Het was voor mij al de tweede keer dat ik hem beklom, maar door de warmte was deze keer wat zwaarder. Op de top hebben we geluncht, wat rondgelopen en foto’s gemaakt en even de Shop@theTop bekeken. We zijn met de kabelbaan weer naar beneden gegaan, wat weer een mooi uitzicht gaf. Na de Tafelberg zijn we verhuisd naar de tweede backpackers en hebben we na een grote pauze wat boodschappen gedaan en gekookt. We waren zo moe dat we vroeg in slaap zijn gevallen.
Op zondag hebben we een mooie roadtrip over de Kaap (Cape Peninsula) gemaakt. We zijn via Mosselbaai, Fish Hoek en Simons Town naar Cape Point en Kaap de Goede Hoop gereden, waarbij we onderweg even zijn gestopt om de Pinguïns op Boulders Beach te bekijken. Ik was er in het begin natuurlijk al geweest, maar kon nu zien hoe de jonkies die ik toen zag zijn gegroeid. Na Boulders Beach zijn we doorgereden naar Cape Point, waar we naar de vuurtoren zijn geklommen. Aan het eind zijn we van Cape Point naar Kaapt de Goede Hoop gereden, en onderweg nog wat baviaantjes tegen gekomen. De terugweg naar Kaapstad ging via Chapmans Peak, een tolweg tussen Fish Hoek en Hout Baai, met een fantastisch uitzicht op de oceaan en Hout Baai. We hebben Sushi gegeten in Camps Bay en zijn weer vroeg gaan slapen. Op maandag zijn we van het hostel naar de BoKaap en Green Market Square gelopen en hebben op de GMS lekker wat gelunched. Daarna zijn we naar het District Six museum gegaan. Dit museum is gevestigd in de voormalige Central Methodist Mission Church, een kerk die slachtoffers van de gedwongen uitzetting van District Six (waar veel zwarten en gekleurden woonden die in de havens werkten) in de periode na 1966, toen District Six een ‘Blank Gebied’ werd, solidariteit en geestelijke bijstand bood. Na veel algemene feiten over de apartheid gehoord en geleerd te hebben gedurende mijn verblijf in Johannesburg, was dit een specifiek museum over deze uitzetting, waarin de rode draad wordt gevormd door verhalen en herinneringen van mensen die het zelf hadden meegemaakt. Dit was erg interessant, maar het was vooral veel lezen, en niet alles was even duidelijk in chronologische volgorde neergezet. Uiteindelijk waren we best moe van het lezen en besloten we richting het Victoria & Alfred Waterfront te rijden voor wat kleine boodschappen en een wandelingetje door Zuid-Afrika’s grootste toeristische trekpleister. Vroeger een kunstmatig gecreëerde haven, nu een gebied dat de haven, winkelcentra, eetgelegenheden, boottoertjes, aquariums, markten, hotels, bars en clubs omvat. Het is een geweldig gebied om een dag (of meer) naartoe te gaan, je hebt er eigenlijk alles wat je je maar kunt wensen. Hier hebben we ook gegeten in een restaurant dat Afrikaans eten serveert.
De volgende dag gingen we vroeg op weg richting Oudtshoorn, de struisvogelhoofdstad. Dit hebben we gedaan door de tolwegen te vermijden door door de bergen heen te rijden. Dit is veel leuker autorijden en heeft ook nog eens een beter uitzicht! Daarna zijn we via de Route 62 naar Oudtshoorn gereden. Onderweg hebben we gepauzeerd in Robertson voor een lunch en wat wijnproeven. En ook bij Ronnies Sex Shop (gewoon een café langs de weg met een rare naam), voor een lekkere Ice Coffee. In Oudtshoorn sliepen we in ‘backpackers’ Amber Lagoon, wat eigenlijk meer een camping was. We hadden onze eigen safaritent, met keukentje en een openlucht-badkamer. De camping lag heel mooi met uizicht over de hele vallei van Oudtshoorn, en de duitse eigenaren waren erg aardig. ’s Avonds hebben we onze eigen chackalacka met pap (Afrikaans gerecht) gemaakt en van de zonsondergang genoten. Daarna was het helaas wat minder leuk, want je kon door de muggen het bos niet meer zien, zoveel waren het er. Woensdag was het Eerste Kerstdag, en hebben we helemaal niets gedaan. We hebben lekker uitgeslapen, rustig ontbeten en we zijn naar het zwembad gegaan. ’s Avonds hebben we een braai gehouden. Tweede Kerstdag was iets drukker. ’s Ochtends zijn we naar een Struisvogelboerderij geweest, waar we een rondleiding kregen, de vogels mogen voeren en er zelfs even op zitten! Op de boerderij hebben we geluncht, waarna we op weg zijn gegaan naar Cango Wildlife Ranch. Dit is eigenlijk een kleine dierentuin, waarin bedreigde diersoorten worden opgevangen en waarvan een groot deel van de opbrengsten wordt besteed aan de bescherming van de in het wild levende bedreigde diersoorten. Je krijgt een rondleiding langs de meeste dieren, waarbij er wat over verteld wordt en waarom ze bedreigd zijn. Het is mogelijk na de rondleiding een ‘ontmoeting’ met de dieren te doen. Samen met Ted heb ik tussen de Lemurs (King Julian in Madagascar) gezeten, en zelf wilde ik heel graag de jonge cheeta’s aaien, dus dat heb ik alleen gedaan. Daarna hebben we zelf nog wat rondgelopen over de ranch en wat gedronken. Terug op de camping hebben we het restant van de Braai van vorige avond gegeten.
Na Oudtshoorn zijn we richting Plettenberg Baai gereden en het plan was om daar de volgende paar dagen te overnachten. Onderweg kwamen we langs gewilde kustplaatstjes zoals Wilderness en Knysna. We zijn ook gestopt bij Knysna Elephant Park, een park dat olifanten opvangt die in het wild niet (meer) kunnen overleven. Hier wilden we eigenlijk op de olifanten rijden, maar dit vonden we uiteindelijk te duur. Wel kregen we een rondleiding over het park, een kijkje in de stallen en mochten we de olifanten voeren en aanraken. Hierna zette onze tocht zich voort naar Plett. We hadden geen reserveringen gemaakt voor de accommodatie, en kwamen er al snel achter dat dat niet zo slim was. Alle backpackers en Bed and Breakfast hotels zaten vol, en na wat accommodatie proberen te regelen buiten Plettenberg of in Knysna waren we bang dat we waarschijnlijk in de auto zouden moeten slapen. Toen herinnerde Ted zich dat bij het Olifantenpark ook accommodatie zat. Toen we ze belden kregen we te horen dat het buiten kantooruren was, dus zijn we er naartoe gereden. We waren erg laat, en moesten dus wachten op de manager, maar uiteindelijk kregen we een zeer luxe kamer in de lodge die in de stallen gebouwd is. Ze bieden daar ‘slapen met olifanten’ aan, wat betekend dat de olifanten, die ’s nachts in hun stallen slapen, onder hetzelfde dak slapen als jij, en je ze dus ook kan bekijken! Hoewel dit een erg duur nachtje was, hebben we er volop van genoten. We mochten aansluiten bij een braai van andere mensen uit de lodge, hebben genoten van het bubbelbad en een kopje thee gedronken terwijl we naar de slapende olifanten keken. ’s Morgens mochten we de olifanten weer opzoeken in hun veld, en kregen we meer info en mochten we ze weer aanraken. We hebben die nacht heel veel geluk gehad dat we nog iets konden vinden.
We zijn daarna meteen rond gaan bellen voor accommodatie voor de volgende dagen, maar langs de kust was alles vol. We zijn toen naar Port Elizabeth gereden en hebben daar overnacht. Onderweg zijn we gestopt bij Bloukrans Bridge, waar de hoogste bunjee-jump ter wereld is. Na even gekeken te hebben besloten we dat wij deze ook wilden doen. Helaas waren ze voor de komende dagen volgeboekt, en zullen we het een andere keer moeten doen. Na de overnachting in Port Elizabeth hebben we een dagje aan het strand gelegen, en ’s avonds zijn we naar Addo Elephant National Park gereden. Hier was ik in de Springbreak al geweest, maar voor Ted was dit park zijn eerste Safari-ervaring. We sliepen in een backpackers net buiten het park en het was 10 minuutjes rijden naar de ingang. De eerste dag zijn we dus naar Addo gereden en hebben we een georganiseerde Safari-tour gedaan en zelf wat rondgereden. We hadden ook gelunched in het park. ’s Avonds hebben we zelf gekookt en een rustig avondje gehouden. De volgende dag wilden we naar het strand en zijn we dus teruggereden naar Port Elizabeth om daar aan het strand te liggen. ’s Avonds hebben we gegeten in de Pub en een potje poel gespeeld. Daarna zijn we een film gaan kijken op onze kamer, tot het 12 uur was. Toen hebben we een flesje champangne open gemaakt en gezellig met zijn tweetjes het nieuwe jaar gevierd.
De dag daarna reden we weer terug naar Port Elizabeth, deel van de gemeente Nelson Mandela Bay, de enige stad waar Nelson Mandela zijn naam aan wilde geven. Hier bleven we 5 nachten, vooral omdat Ted eindelijk aan zijn duikcursus kon beginen. Deze duurde ongeveer 4 dagen. Ondertussen heb ik zelf een aantal duiken gemaakt en ben ik nog een dag gaan shoppen. Ondertussen moest ik ook nog een Gele Koorts Vaccinatie halen, omdat ze terwijl ik in Zuid-Afrika de regeling voor Ethiopië hebben veranderd met betrekking tot de verplichting voor deze vaccinatie. ’s Avonds zijn we nog een keer naar de bioscoop geweest en zijn we een paar keer uiteten geweest. Na PE zijn we naar Coffee Bay gereden. Coffee Bay is een kustplaatsje in de Transkei. Een voormalig ‘Homeland’ onder Apartheid. Een homeland was een aangewezen gebied waar ‘zwarten’ mochten leven, en zichzelf aansturen. Volgens de National Party zou dit systeem zorgen voor gescheiden ontwikkeling voor de verschillende etnische groepen in Zuid-Afrika. De transkei is ook de geboortegrond van Nelson Mandela. Tegen de tijd dat wij van de snelweg afreden en de lange weg vervolgden die ons naar Coffee Bay zou brengen, was het donker. Het rijden ging erg langzaam, omdat de weg een donkere hindernisbaan was waarin slaggaten, koeien, geiten, mensen en andere autos ontweken moesten worden. Maar uiteindelijk hebben we onze backpackers kunnen vinden. We sliepen weer in een tent, wat erg gezellig was, maar de eerste nacht een beetje een teleurstelling omdat ik een ‘double room’ had gereserveerd en we dus geen tent verwachten. We zijn een dag naar het strand gegaan, de kust is daar bezaaid met verlaten strandjes waar je lekker kan liggen. Zwemmen is niet zo’n goed idee omdat de kustlijn bezaaid is met rotsen. Het gebied is heel erg mooi, groene heuvels en gekleurde kleine huisjes waar je maar kijkt, maar erg arm en vervallen. Het toerisme helpt heel veel maar verder leven de mensen van hun landbouw. Coffee Bay is vernoemd naar een schip dat koffiebonen vervoerde, en voor de kust van Coffee Bay vergaan is, de koffiebonen spoelden toen aan op het land waardoor er overal koffiebomen begonnen te groeien. Een goed voorbeeld van de wanhopige situatie van de mensen is toen drie vrouwen ons benaderden op het strand en begonnen te vertellen over de armbandjes en andere sieraden die zij hadden gemaakt van kraaltjes en koffiebonen. Daarna begonnen ze ons vol te hangen met alles wat ze gemaakt hadden. Ted en ik kozen een paar leuke uit, maar je zag aan hun gezicht dat ze wanhopig waren om meer te verkopen. Toen ik zei dat ik genoeg had, probeerden ze me nog steeds andere bandjes aan te bieden. Uiteindelijk hebben we ervoor gezorgd dat elk van de vrouwen iets verkocht had, en toen vriendelijk maar toch beslist gezegd dat we niet meer wilden. De dag daarna hebben we een wandeling gemaakt langs de kust. Het uitzicht was adembenemend! De wandeling duurde ongeveer 3 uur, en eindigde bij Hole in the Wall. Een ander kustplaatsje, vernoemd naar een letterlijke gat in de muur. Op de plek waar de rivier in de zee uitkomt was een kustlijn met wat heuvels. De zee heeft drie heuvels van elkaar gescheiden, waardoor er een eilandje ontstond, maar de rivier bleef beuken tegen dit eilandje, waardoor er een gat ontstond in het midden. Hier hebben we wat gezwommen en tosties gemaakt boven een vuurtje. We kregen een lift terug van een van de bewoners, in een Bakkie (pick-up truck). De volgende dag wilden we eigenlijk nog een surfles doen, maar we moesten ook veel rijden, en de jongen die het ons zou leren was te laat. Dus zijn we maar gaan rijden.
De volgende bestemming was Durban. Een grote kustplaats, waar vooral veel Indiërs wonen. We zijn hier maar twee nachten gebleven. We hebben het centrum bekeken, en uiteindelijk toch nog een surfles kunnen nemen. Surfen is erg vermoeiend. Omdat ik geen conditie heb, en ook niet echt veel balans, lukte het mij niet erg. Maar het was toch erg leuk om te doen. Ted kon het wel heel goed, hij heeft een aantal keer rechtop kunnen staan. Vanuit Durban zijn we naar het Kruger National Park gereden, het bekendste Wildlife-park in Zuid-Afrika. Dit was een lange rit van 10 uur, en we waren maar net op tijd in Kruger voordat de receptie van ons kamp sloot. Hier vebleven we weer in een tent. We moesten nu wel uitkijken voor de muggen, want dit is een malaria gebied. Helaas kwamen we er ’s avonds achter dat de gemeenschappelijke keuken helemaal geen potten, pannen, bestek of ander kook- en eetgerei had. Nu hadden we zelf wel borden en bestek, maar geen pannen. De eerste avond hebben we pannen van buren kunnen lenen, en de tweede avond hebben we gewoon alles (brood, groente en vlees) van de Braai gegeten. We hebben twee georganiseerde safari’s gedaan (zonsondergang en zonsopgang) en zelf rondgereden. Dieren die we hebben gespot zijn leeuwen, neushoorns, bizons, olifanten, verschillende soorten vogels en antilopen, nijlpaarden, zebra’s, wrattenzwijnen en giraffen. Ik wilde heel graag de neushoorns en de luipaarden zien, want dan had ik de hele Big-5 gespot. Helaas geen luipaarden, maar wel neushoorns en giraffen.
De laatste stop was Johannesburg. Ik wilde alles laten zien aan Ted wat ik zelf een paar weken daarvoor ook al had gezien, maar ik heb hem uiteindelijk zelf maar laten kiezen waar hij heen wilde, omat het gewoon teveel was. Uiteindelijk zijn we maar 1 dagje naar Johannesburg geweest, omdat ik ziek werd. We hebben toen het Africa Museum en South African Breweries gezien. De laatste avond lekker uiteten, en toen inpakken omdat we de volgende dag naar huis zouden vliegen.
Ik had gemixte gevoelens over naar huis gaan. Ik wilde graag mijn vrienden en familie weer zien, maar Zuid-Afrika is zo’n mooi land met leuke mensen en ik had daar zo’n mooie tijd, dat ik ook verdrietig was om dat achter me te laten. De reis verliep voorspoedig, we waren zelfs eerder in Brussel dan gepland. Mijn moeder en mijn zusje kwamen ons ophalen. Het was fijn ze weer te zien.
Nu ik weer in Nederland ben na zo’n lange tijd zijn er wel een aantal dingen die me opvallen
- We rijden rechts (beetje eng als je gewend bent links te rijden en in een keer een auto op je af ziet komen)
- Het is donker om half acht ’s ochtends (ja, het is winter)
- HET IS HEEL ERG KOUD!
Nog twee weken voor ik weer moet beginnen aan mijn laatste semester voor mijn bachelor, hopelijk wen ik snel weer aan het Nederlandse leven. En hopelijk kan ik snel weer terug naar Zuid-Afrika!
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley